heenstappen

Conjugations List of Heenstappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstap heenstapte heenben heengestapt
jij, je, ustapt heenstapte heenbent heengestapt
hij, zij, hetstapt heenstapte heenis heengestapt
wijstappen heenstapten heenzijn heengestapt
julliestappen heenstapten heenzijn heengestapt
zij, zestappen heenstapten heenzijn heengestapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Heenstappen with some of the pronouns.

  • Ik stap heen naar de supermarkt.
  • Jij stapt heen naar het park.
  • Hij stapt heen naar zijn werk.
  • Zij stapt heen naar de bibliotheek.
  • Wij stappen heen naar het strand.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Heenstappen with some of the pronouns.

  • Ik stapte heen naar mijn vriendin.
  • Jij stapte heen naar de winkel.
  • Hij stapte heen naar het station.
  • Zij stapte heen naar het café.
  • Wij stapten heen naar het bos.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Heenstappen with some of the pronouns.

  • Ik ben heengestapt naar het museum.
  • Jij bent heengestapt naar de bioscoop.
  • Hij is heengestapt naar het restaurant.
  • Zij is heengestapt naar de markt.
  • Wij zijn heengestapt naar de dierentuin.