herinneren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | herinner | herinnerde | heb herinnerd |
jij, je, u | herinnert | herinnerde | hebt herinnerd |
hij, zij, het | herinnert | herinnerde | heeft herinnerd |
wij | herinneren | herinnerden | hebben herinnerd |
jullie | herinneren | herinnerden | hebben herinnerd |
zij, ze | herinneren | herinnerden | hebben herinnerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Herinneren with some of the pronouns.
- Ik herinner me haar glimlach nog goed.
- Jij herinnert je altijd alles.
- Hij herinnert zich de afspraak van gisteren.
- Wij herinneren ons het mooie uitzicht vanaf de bergtop.
- Zij herinneren zich de oude tijden met nostalgie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Herinneren with some of the pronouns.
- Ik herinnerde me haar glimlach nog goed.
- Jij herinnerde je altijd alles.
- Hij herinnerde zich de afspraak van gisteren.
- Wij herinnerden ons het mooie uitzicht vanaf de bergtop.
- Zij herinnerden zich de oude tijden met nostalgie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Herinneren with some of the pronouns.
- Ik heb me haar glimlach goed herinnerd.
- Jij hebt altijd alles goed onthouden.
- Hij heeft de afspraak van gisteren goed in zijn geheugen geprent.
- Wij hebben het mooie uitzicht vanaf de bergtop goed in ons opgenomen.
- Zij hebben met nostalgie aan de oude tijden teruggedacht.