kaalvreten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vreet kaal | vrat kaal | heb kaalgevreten |
jij, je, u | vreet kaal | vrat kaal | hebt kaalgevreten |
hij, zij, het | vreet kaal | vrat kaal | heeft kaalgevreten |
wij | vreten kaal | vraten kaal | hebben kaalgevreten |
jullie | vreten kaal | vraten kaal | hebben kaalgevreten |
zij, ze | vreten kaal | vraten kaal | hebben kaalgevreten |
PresensBeta
Example presens sentences for Kaalvreten with some of the pronouns.
- De konijnen kaalvreten de tuin van mijn buurman.
- De rupsen kaalvreten de bladeren van de bomen.
- De geiten kaalvreten het gras in de wei.
- De sprinkhanen kaalvreten de gewassen op het veld.
- De muizen kaalvreten het voedsel in de voorraadkast.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kaalvreten with some of the pronouns.
- De konijnen kaalvraten de tuin van mijn buurman.
- De rupsen kaalvraten de bladeren van de bomen.
- De geiten kaalvraten het gras in de wei.
- De sprinkhanen kaalvraten de gewassen op het veld.
- De muizen kaalvraten het voedsel in de voorraadkast.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kaalvreten with some of the pronouns.
- De konijnen hebben de tuin van mijn buurman kaalgevreten.
- De rupsen hebben de bladeren van de bomen kaalgevreten.
- De geiten hebben het gras in de wei kaalgevreten.
- De sprinkhanen hebben de gewassen op het veld kaalgevreten.
- De muizen hebben het voedsel in de voorraadkast kaalgevreten.