klaverjassen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | klaverjas | klaverjaste | heb geklaverjast |
jij, je, u | klaverjast | klaverjaste | hebt geklaverjast |
hij, zij, het | klaverjast | klaverjaste | heeft geklaverjast |
wij | klaverjassen | klaverjasten | hebben geklaverjast |
jullie | klaverjassen | klaverjasten | hebben geklaverjast |
zij, ze | klaverjassen | klaverjasten | hebben geklaverjast |
PresensBeta
Example presens sentences for Klaverjassen with some of the pronouns.
- Ik klaverjas elke week met mijn vrienden.
- Jij klaverjast graag in je vrije tijd.
- Hij klaverjast heel goed en wint vaak.
- Wij klaverjassen altijd op zaterdagavond.
- Zij klaverjassen al jarenlang samen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Klaverjassen with some of the pronouns.
- Vroeger klaverjaste ik regelmatig met mijn opa.
- Toen ik jong was, klaverjaste ik elke dag na school.
- Hij klaverjaste vorige maand elke avond in het café.
- Wij klaverjasten vroeger altijd op vakantie.
- Zij klaverjasten tot laat in de nacht.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Klaverjassen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren geklaverjast met mijn buurman.
- Jij hebt al veel keer geklaverjast dit jaar.
- Hij heeft nog nooit zo slecht geklaverjast als vandaag.
- Wij hebben het hele weekend geklaverjast.
- Zij hebben al vaak tegen elkaar geklaverjast.