leiden

Conjugations List of Leiden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleidleiddeheb geleid
jij, je, uleidtleiddehebt geleid
hij, zij, hetleidtleiddeheeft geleid
wijleidenleiddenhebben geleid
jullieleidenleiddenhebben geleid
zij, zeleidenleiddenhebben geleid

Presens
Beta

Example presens sentences for Leiden with some of the pronouns.

  • Ik leid een team van ontwikkelaars bij mijn bedrijf.
  • Jij leidt een gezond en actief leven.
  • Hij/zij leidt ons naar de juiste bestemming.
  • Wij leiden een project voor duurzame energie.
  • Zij leiden de vergadering vandaag.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leiden with some of the pronouns.

  • Vroeger leidde ik een rustig leven op het platteland.
  • Toen ik jong was, leidde ik een band.
  • Hij/zij leidde het bedrijf tijdens de overgangsfase.
  • Wij leidden de vrijwilligers bij het evenement.
  • Zij leidden een protestmars tegen ongelijkheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leiden with some of the pronouns.

  • Ik heb het team van ontwikkelaars succesvol geleid.
  • Jij hebt een interessant gesprek met de klant geleid.
  • Hij/zij heeft ons door moeilijke tijden geleid.
  • Wij hebben het project tot een succesvol einde geleid.
  • Zij hebben de training goed geleid.