liberaliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | liberaliseer | liberaliseerde | heb geliberaliseerd |
jij, je, u | liberaliseert | liberaliseerde | hebt geliberaliseerd |
hij, zij, het | liberaliseert | liberaliseerde | heeft geliberaliseerd |
wij | liberaliseren | liberaliseerden | hebben geliberaliseerd |
jullie | liberaliseren | liberaliseerden | hebben geliberaliseerd |
zij, ze | liberaliseren | liberaliseerden | hebben geliberaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Liberaliseren with some of the pronouns.
- De regering liberaliseert de telecommunicatiemarkt.
- Ik liberaliseer mijn denkwijze om meer open te staan voor andere ideeën.
- Het bedrijf liberaliseert de energiemarkt om concurrentie te bevorderen.
- Wij liberaliseren het beleid om meer economische groei te stimuleren.
- De Europese Unie wil de handel tussen lidstaten liberaliseren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Liberaliseren with some of the pronouns.
- Vroeger liberaliseerde de overheid de energiesector niet.
- Toen ik jong was, werd er niet veel geliberaliseerd in de industrie.
- Tijdens die periode liberaliseerden ze de handel niet zo snel.
- Het bedrijf liberaliseerde langzaam haar interne regels en voorschriften.
- In het verleden liberaliseerden ze de landbouwsector niet zoveel als nu.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Liberaliseren with some of the pronouns.
- De overheid heeft de financiële sector geliberaliseerd.
- Hij heeft zijn economisch beleid geliberaliseerd sinds hij aan de macht kwam.
- Het bedrijf heeft de prijzen geliberaliseerd om klanten aan te trekken.
- We hebben de importtarieven geliberaliseerd om handel te vergemakkelijken.
- De recente hervormingen hebben de arbeidsmarkt geliberaliseerd.