meediscussiëren

Conjugations List of Meediscussiëren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdiscussieer meediscussieerde meeheb meegediscussieerd
jij, je, udiscussieert meediscussieerde meehebt meegediscussieerd
hij, zij, hetdiscussieert meediscussieerde meeheeft meegediscussieerd
wijdiscussiëren meediscussieerden meehebben meegediscussieerd
julliediscussiëren meediscussieerden meehebben meegediscussieerd
zij, zediscussiëren meediscussieerden meehebben meegediscussieerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Meediscussiëren with some of the pronouns.

  • Ik meediscussieer regelmatig tijdens de les.
  • Jij meediscussieert graag over politiek.
  • Hij/zij meediscussieert altijd enthousiast in de groep.
  • Wij meediscussiëren vaak over actuele onderwerpen.
  • Jullie meediscussiëren actief tijdens de vergadering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Meediscussiëren with some of the pronouns.

  • Ik meediscussieerde regelmatig tijdens de lessen vroeger.
  • Jij meediscussieerde graag over literatuur toen we op school zaten.
  • Hij/zij meediscussieerde altijd vol passie in de groep.
  • Wij meediscussieerden vaak over maatschappelijke vraagstukken.
  • Jullie meediscussieerden actief tijdens de bijeenkomst vorig jaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Meediscussiëren with some of the pronouns.

  • Ik heb meegediscussieerd tijdens het vorige debat.
  • Jij hebt graag mee gediscussieerd over deze kwestie.
  • Hij/zij heeft altijd enthousiast meegediscussieerd in de groep.
  • Wij hebben vaak meegediscussieerd over belangrijke thema's.
  • Jullie hebben actief meegediscussieerd tijdens de conferentie.