ontspringen

Conjugations List of Ontspringen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontspringontsprongheb ontsprongen
jij, je, uontspringtontspronghebt ontsprongen
hij, zij, hetontspringtontsprongheeft ontsprongen
wijontspringenontsprongenhebben ontsprongen
jullieontspringenontsprongenhebben ontsprongen
zij, zeontspringenontsprongenhebben ontsprongen

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontspringen with some of the pronouns.

  • De bron ontspringt in de heuvels.
  • Ik ontspring regelmatig mijn taken.
  • Jij ontspant wanneer je een boek leest.
  • De rivier ontspringt in de bergen.
  • Wij ontspannen in het weekend.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontspringen with some of the pronouns.

  • De bron ontsprong in de heuvels.
  • Ik ontsprong regelmatig mijn taken.
  • Jij ontspande wanneer je een boek las.
  • De rivier ontsprong in de bergen.
  • Wij ontspanden in het weekend.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontspringen with some of the pronouns.

  • De bron is ontsprongen in de heuvels.
  • Ik ben regelmatig mijn taken ontsprongen.
  • Jij bent ontspannen nadat je een boek hebt gelezen.
  • De rivier is ontsprongen in de bergen.
  • Wij zijn ontspannen na het weekend.