ontvolken

Conjugations List of Ontvolken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontvolkontvolkteben ontvolkt
jij, je, uontvolktontvolktebent ontvolkt
hij, zij, hetontvolktontvolkteis ontvolkt
wijontvolkenontvolktenzijn ontvolkt
jullieontvolkenontvolktenzijn ontvolkt
zij, zeontvolkenontvolktenzijn ontvolkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontvolken with some of the pronouns.

  • De stad ontvolkt langzaam door de hoge huizenprijzen.
  • Mensen ontvolken het platteland en trekken naar de grote steden.
  • Door de economische crisis ontvolken steeds meer bedrijven.
  • Het gebied ontvolkt doordat jongeren elders werk zoeken.
  • De vergrijzing zorgt ervoor dat dorpen ontvolken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontvolken with some of the pronouns.

  • Vroeger ontvolkten dorpen vaak door gebrek aan werkgelegenheid.
  • Tijdens de crisis in de jaren '80 ontvolkte de regio snel.
  • Toen de industrie wegviel, ontvolkten de steden in hoog tempo.
  • In de middeleeuwen ontvolkte het gebied door plagen en ziektes.
  • Het land ontvolkte geleidelijk aan door emigratie in de 19e eeuw.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontvolken with some of the pronouns.

  • De stad is ontvolkt na de uitbraak van een epidemie.
  • Veel kleine dorpjes zijn ontvolkt sinds de sluiting van de lokale fabriek.
  • In de afgelopen jaren hebben veel bewoners het gebied ontvolkt.
  • Na de natuurramp is het eiland grotendeels ontvolkt.
  • Door de oorlog is het land ontvolkt en zijn veel mensen gevlucht.