opeendringen

Conjugations List of Opeendringen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdring opeendrong opeenben opeengedrongen
jij, je, udringt opeendrong opeenbent opeengedrongen
hij, zij, hetdringt opeendrong opeenis opeengedrongen
wijdringen opeendrongen opeenzijn opeengedrongen
julliedringen opeendrongen opeenzijn opeengedrongen
zij, zedringen opeendrongen opeenzijn opeengedrongen

Presens
Beta

Example presens sentences for Opeendringen with some of the pronouns.

  • Ik dring opeen in de menigte.
  • Jij dringt opeen door de gesloten deur.
  • Hij dringt opeen in het gesprek.
  • Wij dringen opeen tijdens de demonstratie.
  • Zij dringen opeen in de volle trein.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opeendringen with some of the pronouns.

  • Ik drong opeen in de menigte.
  • Jij drong opeen door de gesloten deur.
  • Hij drong opeen in het gesprek.
  • Wij drongen opeen tijdens de demonstratie.
  • Zij drongen opeen in de volle trein.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opeendringen with some of the pronouns.

  • Ik ben opeengedrongen in de menigte.
  • Jij bent opeengedrongen door de gesloten deur.
  • Hij is opeengedrongen in het gesprek.
  • Wij zijn opeengedrongen tijdens de demonstratie.
  • Zij zijn opeengedrongen in de volle trein.