openbaren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | openbaar | openbaarde | heb geopenbaard |
| jij, je, u | openbaart | openbaarde | hebt geopenbaard |
| hij, zij, het | openbaart | openbaarde | heeft geopenbaard |
| wij | openbaren | openbaarden | hebben geopenbaard |
| jullie | openbaren | openbaarden | hebben geopenbaard |
| zij, ze | openbaren | openbaarden | hebben geopenbaard |
PresensBeta
Example presens sentences for Openbaren with some of the pronouns.
- Ik openbaar mijn gevoelens aan jou.
- Jij openbaart je ware aard op dat moment.
- Hij/zij/het openbaart nieuwe informatie aan het publiek.
- Wij openbaren de waarheid aan iedereen.
- Jullie openbaren jullie plannen voor de toekomst.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openbaren with some of the pronouns.
- Ik openbaarde mijn zorgen aan mijn vrienden.
- Jij openbaarde een onverwachte kant van jezelf.
- Hij/zij/het openbaarde altijd zijn/haar emoties.
- Wij openbaarden onze twijfels over het plan.
- Jullie openbaarden belangrijke informatie aan de autoriteiten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openbaren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn geheimen al eerder openbaard.
- Jij hebt je ideeën over het project al openbaard.
- Hij/zij/het heeft zijn/haar talenten pas recentelijk openbaard.
- Wij hebben onze bevindingen aan het team openbaard.
- Jullie hebben jullie beslissingen duidelijk openbaard.