prioriteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | prioriteer | prioriteerde | heb geprioriteerd |
jij, je, u | prioriteert | prioriteerde | hebt geprioriteerd |
hij, zij, het | prioriteert | prioriteerde | heeft geprioriteerd |
wij | prioriteren | prioriteerden | hebben geprioriteerd |
jullie | prioriteren | prioriteerden | hebben geprioriteerd |
zij, ze | prioriteren | prioriteerden | hebben geprioriteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Prioriteren with some of the pronouns.
- Ik prioriteer mijn taken op een efficiënte manier.
- Jij prioriteert je werk volgens de planning.
- Hij/zij prioriteert altijd de belangrijkste projecten.
- Wij prioriteren samen de te behalen doelen.
- Jullie prioriteren de klanttevredenheid boven alles.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Prioriteren with some of the pronouns.
- Ik prioriteerde mijn taken op een efficiënte manier.
- Jij prioriteerde je werk volgens de planning.
- Hij/zij prioriteerde altijd de belangrijkste projecten.
- Wij prioriteerden samen de te behalen doelen.
- Jullie prioriteerden de klanttevredenheid boven alles.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Prioriteren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn taken goed geprioriteerd.
- Jij hebt het werk correct geprioriteerd.
- Hij/zij heeft altijd de juiste projecten geprioriteerd.
- Wij hebben samen de doelen efficiënt geprioriteerd.
- Jullie hebben de klanttevredenheid succesvol geprioriteerd.