schuilhouden

Conjugations List of Schuilhouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou schuilhield schuilheb schuilgehouden
jij, je, uhoudt schuilhield schuilhebt schuilgehouden
hij, zij, hethoudt schuilhield schuilheeft schuilgehouden
wijhouden schuilhielden schuilhebben schuilgehouden
julliehouden schuilhielden schuilhebben schuilgehouden
zij, zehouden schuilhielden schuilhebben schuilgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Schuilhouden with some of the pronouns.

  • Ik houd schuil in de kelder tijdens het onweer.
  • Jij houdt je schuil in het bos om te verstoppen.
  • Hij/zij/het houdt zich schuil voor de politie.
  • Wij houden ons schuil in het oude verlaten gebouw.
  • Jullie houden je schuil achter de bomen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Schuilhouden with some of the pronouns.

  • Ik hield me schuil terwijl de indringers langsliepen.
  • Jij hield je schuil in de kast tijdens het spel.
  • Hij/zij/het hield zich schuil voor nieuwsgierige blikken.
  • Wij hielden ons schuil bij de rivier.
  • Jullie hielden je schuil achter de muur.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Schuilhouden with some of the pronouns.

  • Ik heb me schuilgehouden tijdens de storm.
  • Jij hebt je schuilgehouden in de grot.
  • Hij/zij/het heeft zich schuilgehouden voor zijn vijanden.
  • Wij hebben ons schuilgehouden in de bunker.
  • Jullie hebben je schuilgehouden op zolder.