speeddaten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | speeddate | speeddatete | heb gespeeddatet |
jij, je, u | speeddatet | speeddatete | hebt gespeeddatet |
hij, zij, het | speeddatet | speeddatete | heeft gespeeddatet |
wij | speeddaten | speeddateten | hebben gespeeddatet |
jullie | speeddaten | speeddateten | hebben gespeeddatet |
zij, ze | speeddaten | speeddateten | hebben gespeeddatet |
PresensBeta
Example presens sentences for Speeddaten with some of the pronouns.
- Ik speeddate regelmatig.
- Jij speeddat vaak op vrijdagavonden.
- Hij/zij speeddat met verschillende mensen.
- Wij speeddaten tijdens de sociale evenementen.
- Jullie speeddaten om nieuwe mensen te leren kennen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Speeddaten with some of the pronouns.
- Ik speeddatte vroeger regelmatig.
- Jij speeddatte toen je nog single was.
- Hij/zij speeddatte elke maandagavond.
- Wij speeddatte vaak in die periode.
- Jullie speeddatte altijd met vrienden erbij.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Speeddaten with some of the pronouns.
- Ik heb gespeeddat met interessante mensen.
- Jij bent al eerder naar een speeddate geweest.
- Hij/zij heeft veel ervaring opgedaan met speeddaten.
- Wij hebben succesvol gespeeddat dit weekend.
- Jullie hebben al meerdere keren gespeeddat.