standhouden

Conjugations List of Standhouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou standhield standheb standgehouden
jij, je, uhoudt standhield standhebt standgehouden
hij, zij, hethoudt standhield standheeft standgehouden
wijhouden standhielden standhebben standgehouden
julliehouden standhielden standhebben standgehouden
zij, zehouden standhielden standhebben standgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Standhouden with some of the pronouns.

  • Ik houd stand in moeilijke situaties.
  • Jij houdt stand tijdens de wedstrijd.
  • Hij/zij/het houdt stand tegen de kritiek.
  • Wij houden stand in ons streven naar gelijkheid.
  • Jullie houden stand ondanks de tegenslagen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Standhouden with some of the pronouns.

  • Ik hield stand toen alles tegenzat.
  • Jij hield stand ondanks de twijfels.
  • Hij/zij/het hield stand tijdens de storm.
  • Wij hielden stand in de moeilijke periode.
  • Jullie hielden stand tegen de verleidingen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Standhouden with some of the pronouns.

  • Ik heb standgehouden ondanks alle uitdagingen.
  • Jij hebt standgehouden in de confrontatie met je angsten.
  • Hij/zij/het heeft standgehouden ondanks de druk.
  • Wij hebben standgehouden tijdens de lange onderhandelingen.
  • Jullie hebben standgehouden tot het einde.