telexen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | telex | telexte | heb getelext |
jij, je, u | telext | telexte | hebt getelext |
hij, zij, het | telext | telexte | heeft getelext |
wij | telexen | telexten | hebben getelext |
jullie | telexen | telexten | hebben getelext |
zij, ze | telexen | telexten | hebben getelext |
PresensBeta
Example presens sentences for Telexen with some of the pronouns.
- Ik telex vandaag naar mijn collega's.
- Jij telext regelmatig voor je werk.
- Hij/Zij telext nieuwsberichten naar de redactie.
- Wij telexen belangrijke informatie naar onze klanten.
- Jullie telexen vaak berichten naar het hoofdkantoor.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Telexen with some of the pronouns.
- Vroeger telexte ik altijd naar mijn collega's.
- Toen jij nog bij dat bedrijf werkte, telexte je vaak.
- Hij/Zij telexte regelmatig tijdens zijn/haar vorige baan.
- In die periode telexten wij dagelijks belangrijke informatie.
- Jullie telexten veel berichten toen jullie team groter was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Telexen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren getelext naar mijn collega's.
- Jij hebt al meerdere keren getelext voor je werk.
- Hij/Zij heeft recent nieuwsberichten getelext naar de redactie.
- Wij hebben belangrijke informatie getelext naar onze klanten.
- Jullie hebben veel berichten getelext naar het hoofdkantoor.