terechtwijzen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | wijs terecht | wees terecht | heb terechtgewezen |
| jij, je, u | wijst terecht | wees terecht | hebt terechtgewezen |
| hij, zij, het | wijst terecht | wees terecht | heeft terechtgewezen |
| wij | wijzen terecht | wezen terecht | hebben terechtgewezen |
| jullie | wijzen terecht | wezen terecht | hebben terechtgewezen |
| zij, ze | wijzen terecht | wezen terecht | hebben terechtgewezen |
PresensBeta
Example presens sentences for Terechtwijzen with some of the pronouns.
- Ik wijs hem terecht op zijn fouten.
- Je wijst me terecht voor mijn onbeleefde gedrag.
- Hij wijst haar terecht vanwege haar nalatigheid.
- We wijzen jullie terecht voor het overtreden van de regels.
- Ze wijzen de verdachte terecht tijdens de rechtszaak.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Terechtwijzen with some of the pronouns.
- Ik wees hem terecht op zijn nalatigheid.
- Je wees me terecht voor mijn slechte gewoonten.
- Hij wees haar terecht vanwege haar ongepaste opmerkingen.
- We wezen jullie terecht voor het verbreken van de afspraak.
- Ze wezen de verdachte terecht tijdens het politieverhoor.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Terechtwijzen with some of the pronouns.
- Ik heb hem terechtgewezen voor zijn misdragingen.
- Je hebt me terechtgewezen toen ik buiten de lijnen kleurde.
- Hij heeft haar terechtgewezen vanwege haar gebrek aan inzet.
- We hebben jullie terechtgewezen vanwege jullie onverantwoordelijke gedrag.
- Ze hebben de verdachte terechtgewezen na grondig onderzoek.