uiteenstuiven

Conjugations List of Uiteenstuiven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstuif uiteenstoof uiteenben uiteengestoven
jij, je, ustuift uiteenstoof uiteenbent uiteengestoven
hij, zij, hetstuift uiteenstoof uiteenis uiteengestoven
wijstuiven uiteenstoven uiteenzijn uiteengestoven
julliestuiven uiteenstoven uiteenzijn uiteengestoven
zij, zestuiven uiteenstoven uiteenzijn uiteengestoven

Presens
Beta

Example presens sentences for Uiteenstuiven with some of the pronouns.

  • Ik stuif uiteen.
  • Jij stuift uiteen.
  • Hij/Zij/Het stuitert uiteen.
  • Wij stuiven uiteen.
  • Jullie stuiven uiteen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uiteenstuiven with some of the pronouns.

  • Ik stoof uiteen.
  • Jij stoof uiteen.
  • Hij/Zij/Het stoof uiteen.
  • Wij stoofden uiteen.
  • Jullie stoofden uiteen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uiteenstuiven with some of the pronouns.

  • Ik ben uiteengestoven.
  • Jij bent uiteengestoven.
  • Hij/Zij/Het is uiteengestoven.
  • Wij zijn uiteengestoven.
  • Jullie zijn uiteengestoven.