verkwanselen

Conjugations List of Verkwanselen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkwanselverkwanseldeheb verkwanseld
jij, je, uverkwanseltverkwanseldehebt verkwanseld
hij, zij, hetverkwanseltverkwanseldeheeft verkwanseld
wijverkwanselenverkwanseldenhebben verkwanseld
jullieverkwanselenverkwanseldenhebben verkwanseld
zij, zeverkwanselenverkwanseldenhebben verkwanseld

Presens
Beta

Example presens sentences for Verkwanselen with some of the pronouns.

  • Ik verkwansel mijn tijd als ik te veel op sociale media zit.
  • Jij verkwanselt je talent door niet te oefenen.
  • Hij verkwanselt zijn geld aan onnodige luxe.
  • Zij verkwanselen de natuur door vervuilende stoffen in het water te lozen.
  • Wij verkwanselen onze kansen als we niet hard werken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verkwanselen with some of the pronouns.

  • Ik verkwanselde mijn tijd toen ik te veel op sociale media zat.
  • Jij verkwanselde je talent door niet te oefenen.
  • Hij verkwanselde zijn geld aan onnodige luxe.
  • Zij verkwanselden de natuur door vervuilende stoffen in het water te lozen.
  • Wij verkwanselden onze kansen door niet hard te werken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verkwanselen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn tijd verkwanseld toen ik te veel op sociale media zat.
  • Jij hebt je talent verkwanseld door niet te oefenen.
  • Hij heeft zijn geld verkwanseld aan onnodige luxe.
  • Zij hebben de natuur verkwanseld door vervuilende stoffen in het water te lozen.
  • Wij hebben onze kansen verkwanseld door niet hard te werken.