veronaangenamen

Conjugations List of Veronaangenamen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikveronaangenaamveronaangenaamdeheb veronaangenaamd
jij, je, uveronaangenaamtveronaangenaamdehebt veronaangenaamd
hij, zij, hetveronaangenaamtveronaangenaamdeheeft veronaangenaamd
wijveronaangenamenveronaangenaamdenhebben veronaangenaamd
jullieveronaangenamenveronaangenaamdenhebben veronaangenaamd
zij, zeveronaangenamenveronaangenaamdenhebben veronaangenaamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Veronaangenamen with some of the pronouns.

  • Ik veronaangenaam de situatie.
  • Jij veronaangenaamt de kamer.
  • Hij/Zij/Het veronaangenaamt het eten.
  • Wij veronaangenaamen de sfeer.
  • Jullie veronaangenaamen de omgeving.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Veronaangenamen with some of the pronouns.

  • Ik veronaangenaamde de situatie.
  • Jij veronaangenaamde de kamer.
  • Hij/Zij/Het veronaangenaamde het eten.
  • Wij veronaangenaamden de sfeer.
  • Jullie veronaangenaamden de omgeving.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Veronaangenamen with some of the pronouns.

  • Ik heb de situatie veronaangenaamd.
  • Jij hebt de kamer veronaangenaamd.
  • Hij/Zij/Het heeft het eten veronaangenaamd.
  • Wij hebben de sfeer veronaangenaamd.
  • Jullie hebben de omgeving veronaangenaamd.