veronachtzamen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | veronachtzaam | veronachtzaamde | heb veronachtzaamd |
jij, je, u | veronachtzaamt | veronachtzaamde | hebt veronachtzaamd |
hij, zij, het | veronachtzaamt | veronachtzaamde | heeft veronachtzaamd |
wij | veronachtzamen | veronachtzaamden | hebben veronachtzaamd |
jullie | veronachtzamen | veronachtzaamden | hebben veronachtzaamd |
zij, ze | veronachtzamen | veronachtzaamden | hebben veronachtzaamd |
Presens
Example presens sentences for Veronachtzamen with some of the pronouns.
- Ik veronachtzaam de waarschuwingen van mijn ouders.
- Jij veronachtzaamt je verantwoordelijkheden als leerling.
- Hij veronachtzaamt de regels van het verkeer.
- Zij veronachtzamen de behoeften van de werknemers.
- Wij veronachtzamen de impact van klimaatverandering.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Veronachtzamen with some of the pronouns.
- Ik veronachtzaamde de waarschuwingen van mijn ouders.
- Jij veronachtzaamde je verantwoordelijkheden als leerling.
- Hij veronachtzaamde de regels van het verkeer.
- Zij veronachtzaamden de behoeften van de werknemers.
- Wij veronachtzaamden de impact van klimaatverandering.
Perfectum
Example perfectum sentences for Veronachtzamen with some of the pronouns.
- Ik heb de waarschuwingen van mijn ouders veronachtzaamd.
- Jij hebt je verantwoordelijkheden als leerling veronachtzaamd.
- Hij heeft de regels van het verkeer veronachtzaamd.
- Zij hebben de behoeften van de werknemers veronachtzaamd.
- Wij hebben de impact van klimaatverandering veronachtzaamd.