verslingeren

Conjugations List of Verslingeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverslingerverslingerdeheb verslingerd
jij, je, uverslingertverslingerdehebt verslingerd
hij, zij, hetverslingertverslingerdeheeft verslingerd
wijverslingerenverslingerdenhebben verslingerd
jullieverslingerenverslingerdenhebben verslingerd
zij, zeverslingerenverslingerdenhebben verslingerd

Presens

Example presens sentences for Verslingeren with some of the pronouns.

  • Ik verslinger aan goede boeken.
  • Jij verslingert aan romantische films.
  • Hij verslingert aan sportwagens.
  • Zij verslingeren aan reizen.
  • Wij verslingeren aan lekker eten.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verslingeren with some of the pronouns.

  • Vroeger verslingerde ik aan videogames.
  • Toen was jij verslingerd aan schilderen.
  • Hij verslingerde vroeger aan dansen.
  • Zij waren verslingerd aan wandelen in de natuur.
  • Vroeger verslingerden wij aan lange fietstochten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verslingeren with some of the pronouns.

  • Ik heb mij verslingerd aan nieuwe technologieën.
  • Jij bent je verslingerd aan muziekconcerten.
  • Hij heeft zich verslingerd aan fotografie.
  • Zij zijn zich verslingerd aan gezonde levensstijl.
  • Wij hebben ons verslingerd aan tuinieren.