verzinken

Conjugations List of Verzinken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverzinkverzonkheb verzonken
jij, je, uverzinktverzonkhebt verzonken
hij, zij, hetverzinktverzonkheeft verzonken
wijverzinkenverzonkenhebben verzonken
jullieverzinkenverzonkenhebben verzonken
zij, zeverzinkenverzonkenhebben verzonken

Presens

Example presens sentences for Verzinken with some of the pronouns.

  • De zon verzinkt in de zee.
  • Ik verzink in gedachten bij het lezen van een goed boek.
  • Wanneer de regen valt, verzinken de straten onder water.
  • De herinnering aan die dag verzinkt langzaam in mijn geheugen.
  • De ballon verzinkt langzaam in de lucht.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verzinken with some of the pronouns.

  • Vroeger verzonk ik vaak in melancholieke gedachten.
  • Terwijl ik naar de zonsondergang keek, verzonk ik in verwondering.
  • Toen hij het nieuws hoorde, verzonk hij in diepe rouw.
  • Tijdens de lange winteravonden verzonken we in gezellige gesprekken.
  • Als kind verzonk ik in mijn fantasiewereld tijdens het spelen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verzinken with some of the pronouns.

  • Ik ben verzonken in de wereld van de muziek.
  • Hij is in financiële problemen verzonken door zijn gokverslaving.
  • We zijn verzonken geraakt in een interessant gesprek.
  • De schat is eeuwen geleden in de oceaan verzonken.
  • Ze zijn in verdriet verzonken na het verlies van hun huisdier.