voorbijflitsen

Conjugations List of Voorbijflitsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikflits voorbijflitste voorbijben voorbijgeflitst
jij, je, uflitst voorbijflitste voorbijbent voorbijgeflitst
hij, zij, hetflitst voorbijflitste voorbijis voorbijgeflitst
wijflitsen voorbijflitsten voorbijzijn voorbijgeflitst
jullieflitsen voorbijflitsten voorbijzijn voorbijgeflitst
zij, zeflitsen voorbijflitsten voorbijzijn voorbijgeflitst

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorbijflitsen with some of the pronouns.

  • De auto flitst voorbij.
  • De trein flitst voorbij.
  • De fietser flitst voorbij.
  • De motor flitst voorbij.
  • De vogels flitsen voorbij.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorbijflitsen with some of the pronouns.

  • De auto flitste voorbij.
  • De trein flitste voorbij.
  • De fietser flitste voorbij.
  • De motor flitste voorbij.
  • De vogels flitsten voorbij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorbijflitsen with some of the pronouns.

  • De auto is voorbijgeflitst.
  • De trein is voorbijgeflitst.
  • De fietser is voorbijgeflitst.
  • De motor is voorbijgeflitst.
  • De vogels zijn voorbijgeflitst.