warmlopen

Conjugations List of Warmlopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikloop warmliep warmben warmgelopen
jij, je, uloopt warmliep warmbent warmgelopen
hij, zij, hetloopt warmliep warmis warmgelopen
wijlopen warmliepen warmzijn warmgelopen
jullielopen warmliepen warmzijn warmgelopen
zij, zelopen warmliepen warmzijn warmgelopen

Presens
Beta

Example presens sentences for Warmlopen with some of the pronouns.

  • Ik loop warm voor sportactiviteiten.
  • Jij loopt warm voor nieuwe ideeën.
  • Hij/Zij loopt warm voor muziekconcerten.
  • Wij lopen warm voor goede doelen.
  • Jullie lopen warm voor technologie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Warmlopen with some of the pronouns.

  • Ik liep warm voor dat boek.
  • Jij liep warm voor die serie.
  • Hij/Zij liep warm voor de oude auto.
  • Wij liepen warm voor het concert.
  • Jullie liepen warm voor het evenement.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Warmlopen with some of the pronouns.

  • Ik ben warmgelopen voor de nieuwe film.
  • Jij bent warmgelopen voor het idee van een reis.
  • Hij/Zij is warmgelopen voor de uitdaging.
  • Wij zijn warmgelopen voor het project.
  • Jullie zijn warmgelopen voor het voorstel.