wegpinken

Conjugations List of Wegpinken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpink wegpinkte wegheb weggepinkt
jij, je, upinkt wegpinkte weghebt weggepinkt
hij, zij, hetpinkt wegpinkte wegheeft weggepinkt
wijpinken wegpinkten weghebben weggepinkt
julliepinken wegpinkten weghebben weggepinkt
zij, zepinken wegpinkten weghebben weggepinkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegpinken with some of the pronouns.

  • Ik pink mijn tranen weg.
  • Jij pinkt je tranen weg.
  • Hij/Zij pinkt zijn/haar tranen weg.
  • Wij pinken onze tranen weg.
  • Jullie pinken jullie tranen weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegpinken with some of the pronouns.

  • Ik pinkte mijn tranen weg.
  • Jij pinkte je tranen weg.
  • Hij/Zij pinkte zijn/haar tranen weg.
  • Wij pinkten onze tranen weg.
  • Jullie pinkten jullie tranen weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegpinken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn tranen weggepinkt.
  • Jij hebt je tranen weggepinkt.
  • Hij/Zij heeft zijn/haar tranen weggepinkt.
  • Wij hebben onze tranen weggepinkt.
  • Jullie hebben jullie tranen weggepinkt.